“Ik had echt bonje met de buren en daarom moest ik uit m’n flat. Achttien katten had ik op een gegeven moment en de buren vonden het vies en stinken. Ze hadden er last van. Ik vond het wel meevallen. Ze waren hartstikke lief en gezellig. Maar de poezen moesten weg en ik moest m’n huis uit. En toen kwam ik uiteindelijk hier, in de Blinkert.
Ik ben een heel bijzonder mens, ik heb ze alle 144 op een rijtje. Ik ben nog nooit verslaafd geweest, maar ik lust wel een borreltje. Er is niet veel vrolijkheid in mijn leven. Ik was 32 en toen was ik opeens in verwachting … toch nog … dat was fantastisch! Ik kreeg een zoon, dat vond ik heel helemaal leuk want een meisje, met al die strikjes en lintjes dat vind ik maar lastig. M’n zoon kon nog amper lopen of hij wist de bak met schroefjes en moertjes al te vinden en zodra het kon leerde ik hem banden plakken.
Nu ga ik wel eens naar zijn kamer want daar woont mijn poes Sira. Sieraadje is een hele mooie poes. Verder ga ik met m’n scootmobiel ook wel naar de winkels of de hertjes voeren. Ik woon hier nu 2,5 jaar en het zou een tussenperiode zijn. Maar er verandert niets. Wat heb ik hier te zoeken? Wat doe ik hier? Het liefst zou ik teruggaan naar Amersfoort.”
Tekst: Marlies Wegerif, foto: Hilde Sneep